‘Auw, oei, ah’. Ik loop op blote voeten door de bossen en het lijkt wel of elk takje, steentje en dennenappel door mijn voetzolen wordt opgemerkt. Erg aangenaam is het niet.
‘Hoe is het toch mogelijk dat men in sommige culturen achter wild aan kan hollen of weg kan rennen zonder enige bescherming aan de voeten, terwijl ik bij bijna elke stap mijn voet wil wegtrekken?’ vraag ik me af.
Als ik mijn tempo verlaag krijg ik het antwoord…
‘Doe iets aan je voeten’, riep mijn moeder altijd als ik als kind weer eens op sokken of blote voeten door het huis liep.
Op deze manier hoopte zij vuile sokken en bezeerde voeten te voorkomen en leerde ik dat op schoeisel lopen beter en veiliger was.
Op sokken of blote voeten lopen beschouwt mijn brein sindsdien dan ook als onaangenaam en bedreigend, waardoor de amygdala in mijn hersenen telkens alarm slaat als ik een onbekende gewaarwording ervaar aan mijn voeten. En dat is tot nu toe dus bij bijna elke stap.
Zodra ik echter vertraag, merk ik dat wat voorheen onaangenaam en soms zelfs pijnlijk was, slecht een sensatie wordt. Een ervaring zonder goed of fout; niet aangenaam maar ook niet onaangenaam. Het gevoel is er gewoon. Ik neem het waar, maar ik hoef er niets mee.
Langzaam leert mijn brein dat het voelen van takjes, steentjes, boomvruchten en dergelijke niet gelijk is aan gevaar.
Als ik in de weken daarna weer ga wandelen, lukt het me zelfs om het tempo met kleine beetjes op te voeren.
Er is niets aan de situatie veranderd. Ik ben alleen hetgeen dat ik vreesde onder ogen gekomen in plaats van ervan “weggerend”. Mijn brein associeert hetgeen waar ik overheen loop steeds minder vaak met gevaarlijk, pijnlijk of onwenselijk. Mijn intern alarmsysteem blijft steeds vaker stil.
En terwijl ik me dit gewaar word, bedenk ik me waar we als mensheid allemaal voor weglopen of tegen vechten. We betitelen zoveel dingen als ongewenst of alarmerend. Maar wat zou er gebeuren als we niet langer zouden vluchten of vechten? Als we daarvoor in plaats zouden vertragen en onderzoeken. Dan zouden we ontdekken dat hetgeen waar we bang voor zijn eigenlijk wel meevalt, en dat het leven zich altijd volkomen perfect ontvouwt.