25.10.19

Sterker worden

‘Gaan we nog seks hebben?’ grinnikt hij, terwijl hij leunend op één arm over me heen buigt.
Vanmiddag had hij me voor de zoveelste keer neergehaalde met een denigrerende grap. Boos had ik gereageerd dat het feit dat hij een stuk groter is, niet betekent dat hij het recht heeft om mij te kleineren. En dat ik het beu ben dat hij me zo weinig serieus neemt. 
Natuurlijk wilde zijn ego het laatste woord hebben en gooide hij nog wat olie op het vuur. Ik voelde een enorme woede opkomen en de wens om hem terug te pakken, maar besloot niet te reageren; ik had gezegd wat ik wilde zeggen en wenste er verder geen energie aan te verspillen. In plaats daarvan had ik me omgekeerd en een paar meter verderop geïnstalleerd.
Hij was op zijn knieën voor me komen zitten. ‘Sorry. Sorry.’ 
Ik kon horen dat er een kern van waarheid inzat, maar helemaal gemeend klonk zijn excuus niet.
‘Bewaar dat op je knieën zitten maar voor later op de dag’, reageerde ik enigszins spottend. 
Beiden wisten we wel wat ik daarmee bedoelde. Boosheid had wel vaker tot goede seks geleid. Maar nu, eenmaal in bed, was de situatie anders. 

‘Nee, we gaan geen seks hebben. 
Ik ben niet meer boos. Ik ben… Uhm... Ik ben verdrietig. Nee…, eerder teleurgesteld. 
Al weet ik niet zo goed in wie. In jou, omdat je doet wat je doet? Of in mezelf, omdat ik schijnbaar iets uitstraal waardoor jij denkt dit te kunnen doen? Of is het, omdat jouw woorden en gedrag iets in mij raken, in plaats van dat ik het allemaal van me af laat glijden? Waarom trek ik het me aan als je zo neerbuigend doet? Ik moet ondertussen toch beter weten?!
Ooo!....’ Het antwoord schiet me ineens binnen. ‘Omdat ik weet dat ik beter verdien!!!’

Alone together - Maria Kreyn
Ik hoor hem zijn adem inhouden. 
Het stemmetje in mij heeft gelijk. Ik verdien beter. 
‘Ik ben liever single dan dat ik nog één keer de grond wordt ingestampt’, ga ik verder. ‘Ik weet dat je het niet slecht bedoelt. Dat je me alleen maar neerhaalt om jezelf groter te voelen. Dat het een kwestie is van weinig zelfvertrouwen. Maar ik heb er genoeg van. Ik hou van je. En ik zou graag willen dat je degene bent waarmee ik oud word, maar zo kan het niet langer. Morgenochtend pak ik mijn spullen en ben ik weg.’
De hand die al die tijd nog tegen mijn rug aan lag, glijdt weg. Ik hoor hem op zijn rug draaien, zijn armen boven het dekbed uit manoeuvreren en zijn neus ophalen. 
Huilt hij nou?

‘Ik weet dat ik een lul ben’, hoor ik hem schuldbewust zeggen. ‘Het spijt me. Ik hou van je.’ Hij draait zich weer naar me toe en slaat zijn arm om me heen. 
Met pijn in mijn hart duw ik die weg. Als ik nu niet bij mijn beslissing blijf, verandert er nooit wat.
‘Je bent geen LUL’, probeer ik nog eens. ‘Maar ik wil een man die gelooft in zichzelf. Iemand die het niet nodig heeft om zichzelf of een ander naar beneden te halen. Ik wil een man die zich niet snel geïntimeerde voelt en mij steunt. Iemand die me aanmoedigt om het beste uit mezelf te halen in plaats van elk initiatief neersabelt. Een man die zich durft te verbindingen in plaats van, onder het mom van een grap, muren opwerpt.
Ik geloof dat jij die man kunt zijn, maar je gelooft er zelf niet in. Je bent er zo van overtuigd dat je een eikel, een sukkel, een loser bent, dat je je er daarom ook naar gedraagt. Zonder je te beseffen dat je ook andere keuzes hebt. 
En schijnbaar heb ik zelf ook nog wat soul-searching te doen. Dat je überhaupt gelooft mij dit te kunt aandoen, zegt ook iets over mij. Niemand zou het tenslotte in zijn hoofd halen om zo met mij te sollen als ik er niet mee zou resoneren.’

Ik beweeg me van hem af naar het randje van het bed en trek het dekbed over me heen. In gedachten zie ik voor me hoe het zal zijn; twee mensen die de ander niet meer nodig hebben om zichzelf bevestigd te zien, omdat ze eindelijk de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen geluk.
We gaan hier beiden sterker van worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten