4.9.18

Pijn, pesten en de liefde

Het blijft me fascineren; hoe één persoon verschillende gezichten kan hebben. Telkens als ik je denk te kennen, verschijnt er een ander personage. Als een kameleon pas je je aan aan je omgeving. Zelden zie ik de werkelijke jij; als ik die überhaupt al ken. Geïntrigeerd kijk ik naar het beeldscherm. Wie verschijnt er dit keer? Als 'gewone' man zit je op de bank tussen Hollywoodsterren. Ondanks het succes van je publieke activiteiten lijkt men je niet te kennen. Fysiek ben je groter, maar toch kijk je op tegen de rest. Je zou je zo graag in hun positie bevinden...

Ik zie je ongemakkelijk bewegen; je wrijft je handen, gaat verzitten en maakt jezelf kleiner door het krommen van je rug. Ik zou in je oor willen fluisteren dat dit niet nodig is. Laat je grootsheid maar zien. Je bent niets minder dan zij.
In het gezelschap van je maten ben je zoveel anders. Dan heb je het hoogste woord en ben je ‘de man’. Nu gedraag je je nederig, verlegen bijna. En als je aan het woord komt, en voor de zoveelste keer met een bescheiden glimlach je ogen neerslaat, wil ik je omarmen, zeggen dat alles oké is. Dat jij oké bent.

Hoe anders voelde ik me gisteren. Toen was je me te veel. Ik had geen zin in de clown die je zo vaak speelt; dat grote masker waarmee je alle pijn weglacht. Op zo’n moment lijkt het alsof je alle pesterijen van vroeger bij elkaar raapt, in een geweer laadt en ze afvuurt op degenen die jou het meeste liefhebben. Wanneer je treiterijen doeltreffen, geniet je. Want als jij schiet lijdt je geen pijn; dan ben je zelf even niet het slachtoffer, maar de persoon met alle macht. Dat je balanceert op het randje van misbruik en mishandeling heb je op zo’n moment niet in de gaten.
Ochtendritueel - Bianca van Baast




Mijn God, wat was je onredelijk gisteravond. Uit wraak wilde ik bij je weggaan, voor altijd boos op je blijven en nooit meer terugkomen. Maar ik realiseer me dat ik niet weg wil lopen of constant giftig wil zijn. Vluchten en vechten zijn zulke onaangename staten van ZIJN. Ik heb daar alleen mijzelf mee. De volgende keer dat jij jouw pijnen op mij afreageert, wil ik me herinneren dat ik een keuze heb. Dan wil ik verder kijken dan je pesterijen. Dan wil ik me je pijn herinneren, accepteren wie je op dit moment bent en vergeven. Ooit heeft iemand je pijn gedaan, je het gevoel gegeven dat je niets waard bent. Door je onuitstaanbaar te gedragen zoek je nu onbewust bevestiging dat je geen liefde en aandacht waard bent, terwijl je daar juist zo naar snakt. Als ik oordeel en wegga, bevestig ik je overtuiging. Maar wat gebeurt er als ik blijf? Als ik in gedachten houd dat jouw gedrag niets met mij te maken heeft? Als ik accepteer, vergeef en mijn hart telkens weer opnieuw voor je blijf openen? Zou je dan gaan geloven dat je de moeite waard bent? Zou je andere keuzes maken?

Ik moet je iets bekennen, mijn lief. Je hoeft voor mij niet perfect te zijn. Ik wil dat je je soms misdraagt, dat je onredelijk bent. Op zulke momenten word ik namelijk teruggeworpen op mijn eigen-wijsheid, leer ik mezelf beter kennen, geef je me de kans om te groeien en te ontdekken wat ik wil. En wat ik wil is me goed voelen. Wat ik wil is onvoorwaardelijk liefhebben. Wat ik wil… ben jij.

(De tekst is geschreven n.a.v. een schrijfcollege van Thomas Verbogt. Hierdoor heeft deze blogpost een andere vorm dan normaal.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten