5.12.19

(Liefdes)verdriet en de reden

Êxtase - Cristina Troufa

‘Volg je hart’, adviseerde mijn buurvrouw toen ik haar opbiechtte liefdesverdriet te hebben. Ik kon merken dat ze verwachtte dat daarmee de kous was afgedaan. Dat ik mijn rug zou toekeren naar de man die dit verdriet had veroorzaakt en me voor hem zou afsluiten. Maar op het moment dat ze het zei, voelde ik dat mijn hart nog niet wilde opgeven. En zich al helemaal niet wilde afsluiten. 
Terwijl mijn ego allerlei excuses bedacht om de relatie (die officieel nog niet eens begonnen was) op te geven, gaf mijn hart aan het daar absoluut niet mee eens te zijn. 
‘Ja maar, hij had dit moeten doen’, beargumenteerde mijn ego. ‘En hij had dat moeten zeggen.’ 
Maar was dat wel zo? Of waren dat slechts overtuigingen? 

Momenteel heb ik het gevoel Flynn Rider de prins uit Rapunzel te zijn. Ik sta onder aan de toren te roepen dat hij “zijn haar moet laten zakken”, maar er gebeurt niets. Liever dan contact maken, blijft hij in zijn ivoren toren.
‘Uit onwil’, wil mijn ego mij doen geloven. ‘Uit onmacht’, zegt mijn intuïtie: ‘hij kan gewoon niet anders’.

Hoe dan ook, ik kan blijven roepen, maar ben niet van plan om nog langer aan dat spreekwoordelijke dode paard te trekken. Wat ik van Een glimp van je ziel heb geleerd, is dat je altijd daarnaartoe moet gaan waar je naartoe wordt getrokken, daar waar de stroom beweegt en je gedragen wordt. En hier is de stroom duidelijk gestagneerd.

Ik wil schoppen en slaan. Gillen en vloeken. Ik wil datgene uit hem trekken wat ik denk van hem nodig te hebben. Hem door elkaar schudden tot hij doet wat ik wil. Alleen maar omdat ik verwacht dat ik op die manier dat stukje vrouw, dat nog onzichtbaar is in mij en geen stem heeft, zichtbaar zal krijgen. Ik wil dat hij haar ziet, benoemt en haar toestemming geeft om er te zijn. 
Maar hoe zou hij dat kunnen als ik haar telkens zo diep wegstop!?

De woede en het verdriet die ik voel, hebben eerlijk gezegd niets met hem te maken. Het wordt veroorzaakt door mijn eigen angst en onmacht om volledig mezelf te zijn. 
Iedereen schept gedurende zijn kindertijd een sociaal masker. Niet alleen om zichzelf te beschermen, maar vooral om tegemoet te komen aan het beeld dat anderen van ons hebben. 

Ik ben ervan overtuigd dat alle mannen goden zijn, en alle vrouwen godinnen. We hebben elkaar nodig om te co-creëren, maar niet om ons Zelf compleet te maken. Want dat zijn we al. 
Artist unknown
Als we geboren worden herinneren we ons dat nog, maar elke keer dat de buitenwereld onze Goddelijke essentie niet herkent en erkent - vooral in de eerste jaren van ons leven - schermen we die kern af en creëren we een laagje om ons heen dat voldoet aan het beeld van de ander. En met elk laag verliezen we meer en meer het contact met onze essentie en compleetheid.

Gedurende onze kindertijd hebben die laagjes duidelijk een functie; hoe meer we tegemoetkomen aan het (denk)beeld van onze verzorgers, hoe meer veiligheid en zekerheid zij ons bieden. Maar als we eenmaal volwassen zijn, en in staat om voor onszelf te zorgen, hebben we die laagjes niet meer nodig. Het is dan aan ons om elk laagje af te pellen, om die essentie weer zichtbaar te maken en de krachten die daarbij vrij komen optimaal te gebruiken.
Maar toegeven aan die krachtige Zelf, in een wereld waar maar weinig mensen geloven in (hun eigen) goddelijkheid, is moeilijk en spannend. En vanuit conditionering blijven we geneigd om andermans goedkeuring te vragen. Goedkeuring die we zelden krijgen. En waar ik dus ook niet op wil blijven wachten.

‘Ik heb geleerd nooit meer iemand te vertrouwen’, hoor ik mensen vaak zeggen als ze door iemand gekwetst zijn. Ze nemen afstand, verharden en bouwen een muurtje om zich heen. Maar mijn hart heeft besloten om te houden van deze situatie, om open en nieuwsgierig te blijven, om op zoek te gaan naar flow en mezelf te geven wat ik van een ander wil. 
Als een ridder die zijn harnas afdoet, pel ik laagje voor laagje af. Misschien bevalt het hem en komt hij alsnog uit zijn toren, misschien ook niet. Hoe dan ook, het gaat wel goed komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten