Make me an instrument of thy love - Bianca van Baast |
Vorige maand was er brand in de kerk Saint Sulpice te Parijs. Gisteravond en vannacht woede er brand in de Notre dame en de Al-Aqsa moskee. Het doet pijn om deze prachtige gebouwen vol kunst en cultuur in vlammen op te zien gaan. Maar... niets is bedoeld om bewaard te blijven. Het oude hoort te vergaan en nieuwe dingen willen gecreëerd worden. Dat is evolutie. Zo ontwikkelt de mens, de wereld en het universum zich.
Ik zie dit als een nieuw tijdperk waarin oude religies worden losgelaten en de mens uitgenodigd wordt om te geloven in zijn Goddelijke zelf en zijn eigen creatiekracht. Want, Goden en Godinnen, dat zijn we.
Ik zie dit als een nieuw tijdperk waarin oude religies worden losgelaten en de mens uitgenodigd wordt om te geloven in zijn Goddelijke zelf en zijn eigen creatiekracht. Want, Goden en Godinnen, dat zijn we.
Hoezo dan?
Nou, stel je zelf eens voor dat jij het enige bent dat bestaat. Om je heen bevindt zich niets. Geen andere mensen, dieren of planten. Zelfs het ruime universum, met al zijn planeten en sterren, ontbreekt. Er is geen binnen en geen buiten jou. Alleen jij bestaat. Er is niets of niemand waarmee jij je kunt vergelijken. Je ervaart geen emoties of gevoelens; geen verzet of verlangen, want er is niets dat dit bij je oproept. Stel dat deze toestand blijvend is. Dat er nooit een reden komt om over te gaan tot actie, om iets te veranderen of te bereiken. Je zou stil staan, niets doen. Geen verdriet kennen, maar ook geen blijheid of liefde. Je zou nooit vooruitkomen of groeien.
Vraag jezelf nu eens af: Zou je aanwezigheid in zo’n geval zin hebben?
Het antwoord is natuurlijk ‘nee’. Het zou nutteloos zijn. Het bestaan krijgt pas zin als er iets tegenover staat.
De enige manier om dat mogelijk te maken is door jezelf op te delen, zodat er contrast ontstaat. Denk aan de oerknal. Vóór de oerknal moet er niets anders zijn geweest dan dat ene. En dankzij de knal ontstond er een oneindigheid aan alles, terwijl het nog steeds dat ene bleef.
Al het zichtbare en onzichtbare dat bestaat; mensen, flora, fauna, sterren en planeten, maar ook stenen, gassen en metalen zijn voortgekomen uit dat ene; de bron.
De wetenschap bevestigd dat alles uit moleculen bestaat en dat die moleculen op hun beurt weer atomen bevatten. Behalve dat die atomen grotendeels inhoudsloos zijn, bevatten ze elektronen, neutronen en protonen. Wij mensen, en al het zichtbare en onzichtbare om ons heen, bestaan - natuurkundig gezien - uit verschillende samenstellingen, maar komen uiteindelijk allemaal voort uit hetzelfde materiaal; pure energie.
Deze energie, waar alles dus uit bestaat, kan niet anders zijn dan de bron. Door velen ook wel God of Allah genoemd. ‘God’ heeft in dit geval niets met religie te maken, maar het verklaart wel waarom de bijbel beweert dat God zich overal bevindt. En waarom diverse culturen en religies meerdere Goden, God(inn)en en/of natuurgeesten aanbidden. Het Japanse Shintoïsme bijvoorbeeld, vereert 8 miljoen Goden, waarbij 8 miljoen staat voor oneindig; men gaat er vanuit dat alles goddelijk is en met respect behandeld dient te worden, inclusief de mens.
Eeuwenlang zijn we nu opzoek geweest naar wijsheid en kracht buiten ons, maar wat nu als die zich in ons bevind, omdat we Goden zijn?! Dan zou deze Hindoe legende meer waarheid bevatten dan we in eerste instantie misschien denken:
De Goddelijkheid van de mens
Er was eens een tijd, heel lang geleden,
dat alle mensen Goden waren.
Ze beschikten allen over een geweldige macht,
maar zij maakten daar misbruik van.
Brahma, de God der Goden, besloot daar iets aan te doen.
Hij wilde de Goddelijkheid van de mens verbergen.
Hij riep alle mindere Goden bijeen en vroeg hen
waar hij het beste met die grootheid kon blijven.
Een van de Goden zei:
‘Laat ons de grootheid maar begraven in het diepst van de aarde.’
Waarop Brahma antwoordde:
‘Nee, want eens komt de dag dat de mens
zo diep zal graven dat hij zijn grootheid terug zal vinden.’
Een andere God zei toen:
‘Gooi het in het diepst van de oceaan.’
Maar opnieuw antwoordde Brahma:
‘Nee, want eens komt de dag dat de mens
het diepst van de oceaan zal ontdekken.’
Een derde zei:
‘Verstop het op de allerhoogste berg.’
Maar ook hierop antwoordde Brahma:
‘Nee, want eens komt de dag dat de mens die bergtop zal beklimmen.’
Ten einde raad gaven de mindere Goden het op.
Toen zei Brahma, de God der Goden:
‘Op aarde is maar één plaats,
waar de grote Goddelijkheid van de mens
afdoende kan worden opgeborgen.
Eén plaats waar hij zeker nooit zal zoeken.
En dat is: In het diepst van hemzelf.’
En sindsdien heeft de mens gegraven, gedoken en geklommen
op zoek naar datgene wat diep in hemzelf verborgen ligt...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten