15.4.15

Laat jezelf niet in de steek

“Ik ben teleurgesteld in je,” zegt mijn collega tegen een andere collega. “Je was zo enthousiast over mijn werk en nu had ik een expositie en kom je niet eens kijken. Ik denk dat ik niet langer met je wil samenwerken.” Een pijnlijke stilte valt. Dan knikt ze en zegt dat het zijn goed recht is om boos te zijn. Ze had moeten komen of zich anders moeten afmelden. 

Van een afstandje kijk ik naar mijn collega’s. Beiden zijn natuurlijk vrij om zelf te bepalen hoe zij hun tijd en energie besteden, maar ik vraag me af of het stoppen van de samenwerking de oplossing is, of dat de belofte om de volgende keer wel te komen verandering zal brengen. Ik vermoed dat de teleurstelling die mijn collega voelt niet zozeer te maken heeft met haar afwezigheid, maar eerder met zijn eigen gedachten over de situatie. En terwijl het gesprek verder gaat wordt mijn vermoeden bevestigd.

In zijn jeugd had hij gestotterd vertelt hij. Hierdoor had niemand de tijd genomen om echt naar hem te luisteren. Hij had vaak het gevoel gehad dat hij niet serieus genomen werd en zelfs genegeerd. Dit had hem enorm gekwetst. Hij wist wel dat zijn collega oprecht geïnteresseerd was in zijn werk, maar haar afwezigheid deed hem dezelfde pijn voelen als vroeger.
The silence between us - Bianca van Baast


Wie eenmaal verwond is blijft bang om de wond opnieuw te stoten. De situaties waarbij dit kan gebeuren worden daarom zoveel mogelijk vermeden. En als een wond toch weer geraakt wordt geven we het liefst de ander de schuld. 
Wie inziet dat de huidige situatie of persoon niet de oorzaak is van de wond zal geneigd zijn om de mensen en gebeurtenissen uit het verleden verantwoordelijk te stellen: “Als dit niet was gebeurd of dat niet was gezegd, dan zou ik nu niet met deze terugkerende pijn gezeten hebben,” zeggen we dan. 

Ik heb vaak mijn omgeving de schuld gegeven voor de dingen die mis gingen in mijn leven (bij deze mijn excuses daarvoor), maar steeds makkelijker zie ik in dat het niet de ander was die mij in de steek liet, maar dat ik mijn eigen krachten en talenten niet erkende. 

In essentie zijn we allemaal perfect, compleet en machtig (in de positieve betekenis). Zodra we dit vergeten of weigeren te geloven stellen we ons afhankelijk op en raken we gekwetst, want een ander kan nooit voldoen aan onze behoeftes.

Als kind konden we niet beredeneren waarom iets ons pijn deed, maar als volwassenen kunnen we dat wel. Nu kunnen we kiezen tussen de kritische stem van ons ego, dat ons doet geloven dat er daders en slachtoffers zijn, of de ziel die weet wie we werkelijk zijn. 

Om er achter te komen wie je in de kern bent hoef je alleen maar de aanwijzingen van je ziel te volgen. Via onaangename gevoelens laat zij je weten wanneer je afwijkt van je essentie. Dus mocht je je ooit afwezen voelen of een ander afwijzen, weet dan dat dit een herinneringsmoment is aan het tegenovergestelde: dat je welkom, krachtig en compleet bent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten